4. LEVEN, GELIJKENISSEN EN WONDEREN VAN JEZUS


4.7 DE OPSTANDING VAN CHRISTUS

 

1 . In welke Psalm is de opstanding van Christus voorzegd?

Psalm 16: 10  want Gij geeft mijn ziel niet prijs aan het dodenrijk, noch laat Gij uw gunstgenoot de groeve zien.

 

2 . Op welke manier was Jonas een type van Christus?

Matheus 12: 40  Want gelijk Jona drie dagen en drie nachten in de buik van het zeemonster was, zo zal de Zoon des mensen in het hart der aarde zijn, drie dagen en drie nachten.

 

3 . In welke duidelijke bewoordingen voorzegde Jezus dat Hij zou opstaan? 

Matheus 16: 21  Van toen aan begon Jezus Christus zijn discipelen te tonen, dat Hij naar Jeruzalem moest gaan en veel lijden van de zijde der oudsten en overpriesters en schriftgeleerden en gedood worden en ten derden dage opgewekt worden.

Mattheus 17: 22-23

22 Terwijl zij samen in Galilea verkeerden, zei Jezus tot hen: De Zoon des mensen zal overgeleverd worden in de handen der mensen.

23 en zij zullen Hem ter dood brengen en ten derden dage zal Hij opgewekt worden.En zij werden zeer bedroefd.

Lukas 9: 22  En Hij zei: De Zoon des mensen moet veel lijden en verworpen worden door de oudsten en overpriesters en schriftgeleerden en gedood worden en ten derden dage worden opgewekt. 

Zie verder matheus 20: 17-19 / Markus 8: 31 / Markus 9: 31-32 / Markus 10: 32-34 / Lukas 18: 31-31

 

 4 . Wat zei Jezus, toe de Joden Hem vroegen om een teken van Zijn Messiasambt?

Johannes 2: 19  Jezus antwoordde en zei tot hen: Breekt deze tempel af en binnen drie dagen zal Ik hem doen herrijzen.

 

5 . Over welke tempel sprak Hij toen?

 Johannes 2: 20-21

20 De Joden dan zeiden: Zesenveertig jaren is over deze tempel gebouwd en Gij zult hem binnen drie dagen doen herrijzen?

21 Maar Hij sprak van de tempel zijns lichaam

 

6 . Welk gevolg had deze voorzegging na Zijn opstanding voor Zijn discipelen?

Johannes 2: 22  Toen Hij dan opgewekt was uit de doden, herinnerden zijn discipelen zich, dat Hij dit gezegd had, en zij geloofden de Schrift en het woord, dat Jezus gesproken had.

 

7 . Op welke manier zochten de overpriesters en Farizeeërs de vervulling van Christus’ woorden over Zijn opstanding te voorkomen?

Matheus 27: 62-64

62 De volgende dag, dat is na de Voorbereiding, kwamen de overpriesters en de Farizeeën gezamenlijk tot Pilatus.

63 en zij zeiden: Heer, wij hebben ons herinnerd, dat die verleider bij zijn leven gezegd heeft: Na drie dagen word Ik opgewekt.

64 Geef daarom bevel het graf te verzekeren tot de derde dag; anders konden zijn discipelen Hem komen stelen en tot het volk zeggen: Hij is opgewekt uit de doden, en de laatste dwaling zou erger zijn dan de eerste.

 

8 . Hoe beantwoordde Pilatus dat verzoek?

Matheus 27: 65-66

65 Pilatus zei tot hen:Hier hebt gij een wacht, gaat heen en verzekert het naar uw beste weten. 

66 Zij gingen heen en verzekerden het graf met de wacht, na de steen verzegeld te hebben.

 

9 . Hoe betekenisloos was dat alles? 

Matheus 28: 1-7

1 Laat na de sabbat, tegen het aanbreken van de eerste dag der week, ging Maria van Magdala en de andere Maria het graf bezien.

2 En zie, er kwam een grote aardbeving, want een engel des Heren daalde uit de hemel neder en kwam nader, en hij wentelde de steen weg en zette zich daarop.

3 Zijn uiterlijk was als een bliksem en zijn kleding wit als sneeuw.

4 En de bewakers werden door vrees voor hem bevangen en zij werden als doden.

5 Doch de engel antwoordde en zei tot de vrouwen: Weest gij niet bevreesd ; want ik weet, dat gij Jezus zoekt, de gekruisigde. 

6 Hij is hier niet, want Hij is opgewekt, gelijk Hij gezegd heeft; komt, ziet de plaats waar Hij gelegen heeft. 

7 En gaat terstond op weg en zegt zijn discipelen, dat Hij is opgewekt uit de doden. En zie,Hij gaat u voor naar Galilea; daar zult gij Hem zien. Zie, ik heb het u gezegd.

Lees:  Markus 16: 1-16 / Lukas 24: 1-8 / Johannes 20: 1-9

 

10. Was het mogelijk dat Christus door de dood gehouden zou worden?

Handelingen 2: 23-24

23 deze, naar de bepaalde raad en voorkennis van God uitgeleverd, hebt gij door de handen van wetteloze mensen aan het kruis genageld en gedood. 

24 God echter heeft Hem opgewekt, want Hij verbrak de weeën van de dood, naardien het niet mogelijk was, dat Hij door hem werd vastgehouden.

 

11. Hoe spreekt Paulus over de opstanding van Christus?

1 Korintiërs 15: 3-4

3 Want voor alle dingen heb ik u overgegeven, wat ik zelf ontvangen heb: Christus is gestorven voor onze zonden, naar de Schriften,

4 en Hij is begraven en ten derden dage opgewekt, naar de Schriften.

 

12. Wie, zegt de apostel, zagen Christus nadat Hij opgestaan was?

1 Korintiërs 15: 5-8

5 en Hij is verschenen aan Cefas daarna aan de twaalven. 

6 Vervolgens is Hij verschenen aan meer dan vijfhonderd broeders tegelijk, van wie het merendeel thans nog in leven is doch sommigen zijn ontslapen.  

7 Vervolgens is Hij verschenen aan Jakobus daarna aan al de apostelen

8 maar het allerlaatst is Hij ook aan mij verschenen, als aan een ontijdige geborene. 

 

13. Welk gewicht wordt er gehecht aan de opstanding van Christus?

1 Korintiërs 15: 14-18

14 En indien Christus niet is opgewekt, dan is immers onze prediking zonder inhoud, en zonder inhoud is ook uw geloof. 

15 Dan blijken wij ook valse getuigen van God te zijn, want dan hebben wij tegen God in getuigd, dat Hij de Christus opgewekt heeft, die Hij toch niet heeft opgewekt, indien er geen doden opgewekt worden. 

16 Immers, indien er geen doden opgewekt worden, dan is Christus ook niet opgewekt. 

17 en indien Christus niet is opgewekt , dan is uw geloof zonder vrucht, dan zijt gij nog in uw zonden. 

18 Dan zijn ook zij, die in Christus ontslapen zijn, verloren. 

 

 14. Welk verzekering wordt er gegeven aangaande de opstanding?

1 Korintiërs 15: 20  Maar nu, Christus is opgewekt uit de doden, als eersteling van hen, die ontslapen zijn. 

 

15. Welke grote waarheid volgt daar dus uit?

Matheus 15: 22 Want evenals in Adam allen sterven, zo zullen ook in Christus allen levend gemaakt worden. 

 

16. Welke verblijdende boodschap heeft Christus aan Zijn volk gezonden aangaande Zijn opstanding?

Openbaring 1: 17-18

17 En toen ik Hem zag, viel ik als dood voor zijn voeten; en Hij legde zijn rechterhand op mij en zei: Wees niet bevreesd , Ik ben de eerste en de laatste, 

18 en de levende, en Ik ben dood geweest, en zie, Ik ben levend tot in alle eeuwigheden, en Ik heb de sleutels van de dood en het dodenrijk. 

 

17. Wat is de mate van de kracht van God, die de gelovigen dagelijks in hun leven kunnen ondervinden?

 Efeze 1: 18-20

18 verlichte ogen uws harten, zodat gij weet, welke hoop zijn roeping wekt, hoe rijk de heerlijkheid is zijner erfenis bij de heiligen, 

19 en hoe overweldigend groot zijn kracht is aan ons, die geloven,  naar de werking van de sterkte zijner macht, 

20 die Hij heeft gewrocht in Christus,  door Hem uit de doden op te wekken en Hem te zetten aan zijn rechterhand in de hemelse gewesten

 

18. Welke Christelijke instelling is tot een gedachtenis van Christus’ begrafenis en opstanding?

Romeinen 6: 3-5

3 Of weet gij niet, dat wij allen, die in Christus Jezus gedoopt zijn, in zijn dood gedoopt zijn? 

4 Wij zijn dan met Hem begraven door de doop in de dood, opdat, gelijk Christus uit de doden opgewekt is door de majesteit des Vaders, zo ook wij in nieuwheid des levens zouden wandelen. 

5 Want indien wij samengegroeid zijn met wat gelijk is aan zijn dood, zullen wij het ook zijn met wat gelijk is aan zijn opstanding;