2. DE ZONDE, DE OORSPRONG EN GEVOLGEN ERVAN EN HET MIDDEL ERTEGEN
2.1 SCHEPPING EN SCHEPPER
1 . Door wie zijn de hemel en de aarde gemaakt?
Genesis 1:1 In den beginne schiep God de hemel en de aarde.
2 . Door wie heeft God alle dingen geschapen?
Kolossensen 1: 16 want in Hem zijn alle dingen geschapen, die in de hemelen en die op de aarde zijn, de zichtbare en de onzichtbare, hetzij tronen, hetzij heerschappijen, hetzij overheden, hetzij machten; alle dingen zijn door Hem en tot Hem geschapen;
Johannes 13 Alle dingen zijn door het Woord geworden en zonder dit is geen ding geworden, dat geworden is.
3 . Wat vertellen de hemelen ons?
Psalm 19: 2 Voor de koorleider. Een psalm van David. De hemelen vertellen Gods eer, en het uitspansel verkondigt het werk zijner handen
4 . Wat was Gods doel met het scheppen van de aarde?
Jesaja 45: 18 Want zo zegt de HERE, die de hemelen geschapen heeft (Hij is God) die de aarde geformeerd en haar gemaakt heeft, Hij heeft haar gegrondvest; niet tot een baaierd heeft Hij haar geschapen, maar ter bewoning heeft Hij haar geformeerd: Ik ben de HERE en er is geen ander.
5 . Naar wiens beeld werd de mens geschapen?
Genesis 1: 27 En God schiep de mens naar zijn beeld; naar Gods beeld schiep Hij hem; man en vrouw schiep Hij hen.
6 . Welk tehuis maakte God voor de mens in den beginne?
Genesis 2: 8-15
8 Voorts plantte de HERE God een hof in Eden, in het Oosten, en Hij plaatste daar de mens, die Hij geformeerd had.
9 Ook deed de HERE God allerlei geboomte uit de aardbodem opschieten, begeerlijk om te zien en goed om van te eten; en de boom des levens in het midden van de hof, naast de boom der kennis van goed en kwaad .
10 Er ontsprong in Eden een rivier om de hof te bevochtigen, en daar splitste zij zich in vier stromen.
11 De naam van de eerste is Pison; deze stroomt om het gehele land Chawila, waar het goud is;
12 en het goud van dat land is goed; daar is de balsemhars en de steen chrysopraas.
13 De naam van de tweede rivier is Gichon; deze stroomt om het gehele land Ethiopië .
14 De naam van de derde rivier is Tigris; deze stroomt ten oosten van Assur. En de vierde rivier is de Eufraat.
15 En de HERE God nam de mens en plaatste hem in de hof van Eden om die te bewerken en te bewaren.
7 . Wat kan verstaan worden uit de dingen die gemaakt zijn?
Romeinen 1:20 Want wat van Hem niet gezien kan worden, zijn eeuwige kracht en goddelijkheid, wordt sinds de schepping der wereld uit zijn werken met het verstand doorzien, zodat zij geen verontschuldiging hebben.
8 . Wiens handenwerk zijn wij?
Efeze 2:10 Want zijn maaksel zijn wij, in Christus Jezus geschapen om goede werken te doen, die God tevoren bereid heeft, opdat wij daarin zouden wandelen .
9 . Welke verzekering wordt er gegeven dat de kracht van de Schepper nimmer falen zal?
Jesaja 40: 28 Weet gij het niet, hebt gij het niet gehoord? Een eeuwige God is de HERE, Schepper van de einden der aarde. Hij wordt noch moede noch mat, zijn verstand is niet te doorgronden
10. Welke bemoedigende woorden volgen hierop?
Jesaja 40: 29 Hij geeft de moede kracht en de machteloze vermeerdert hij sterkte.
11. Aan wie worden degenen die lijden, vermaand hun zielen te geven?
1Petrus 4: 19 Laten daarom ook zij, die naar de wil van God lijden, hun zielen aan de getrouwe Schepper overgeven, steeds het goede doende.
12. Wat gaf bijzondere betekenis aan de eed van de engel?
Openbaring 10: 5, 6
5 En de engel, die ik zag staan op de zee en op de aarde, hief zijn rechterhand op naar de hemel,
6 en zwoer bij Hem, di e leeft tot in alle eeuwigheden, die de hemel geschapen heeft en wat daarin is en de aarde en wat daarop is en de zee en wat daarin is: er zal geen uitstel meer zijn
13. Welke kontrast schetsen de Schriften tussen de Schepper en valse goden?
Jeremia 10: 11-16
11 (Zo zult gij tot hen zeggen: De goden, die de hemel en de aarde niet gemaakt hebben, zullen vergaan van de aarde en van onder de hemel).
12 Hij maakt de aarde door zijn kracht, Hij bereidt de wereld toe door zijn wijsheid en breidt de hemel uit door zijn verstand.
13 Als Hij zijn stem doet horen, is er een geruis van water aan de hemel en doet Hij dampen opstijgen van het einde der aarde; bliksemen maakt Hij bij de regen, en wind doet hij voortkomen uit zijn voorraadkamers .
14 Verstomd staat ieder mens, zonder kennis; beschaamd staat iedere goudsmid om het beeld, want leugen is zijn gietsel en er is geen geest in hen;
15 nietigheid zijn zij, een bespottelijk maaksel; als aan hen bezoeking gedaan wordt, gaan zij teniet.
16 Maar Jacobs deel is niet als deze; Hij is de Formeerder van alles, en Israël is de stam zijner erfenis: HERE der heerscharen is zijn naam!
14. Aan wie behoort onze aanbidding toegebracht te worden?
Psalm 95: 6 Treedt toe, laten wij ons neerwerpen en ons buigen, knielen voor de HERE, onze Maker;
15. Wat heeft God beloofd met betrekking tot de vloek die op de schepping ligt?
Jesaja 65: 17 Want zie, Ik schep een nieuwe hemel en een nieuwe aarde; aan wat vroeger was, zal niet gedacht worden, het zal niemand in de zin komen.
16. Waarop berust eigenlijk de broederschap der mensen?
Maleachi 2: 10 Hebben wij niet allen een Vader? Heeft niet een God ons geschapen? Waarom zijn wij dan trouweloos tegenover elkaar en ontheiligen het verbond onzer vaderen?