2. DE ZONDE, DE OORSPRONG EN GEVOLGEN ERVAN EN HET MIDDEL ERTEGEN
2.10 ZALIGHEID DOOR CHRISTUS ALLEEN
1 .Met welk doel kwam Christus naar deze wereld?
1 Timotheus 1: 15 Dit is een getrouw woord en alle aanneming waard, dat Christus Jezus in de wereld gekomen is om zondaren te behouden, onder welke ik een eerste plaats inneem.
2 .Waarom moest Hij “Jezus” genoemd worden?
Mattheus 1: 21 Zij zal een zoon baren en gij zult Hem de naam Jezus geven. Want Hij is het die zijn volk zal redden van hun zonden.
3 .Is er zaligheid in iemand anders?
Handelingen 4: 12 En de behoudenis is in niemand anders, want er is ook onder de hemel geen andere naam aan de mensen gegeven, waardoor wij moeten behouden worden.
4 .Door wie worden wij verzoend met God?
2 Korinthe 5: 18. 19
18 En dit alles is uit God, die door Christus ons met Zich verzoend heeft en ons de bediening der verzoening gegeven heeft,
19 welke immers hierin bestaat, dat God in Christus de wereld met Zichzelf verzoenende was, door hun hun overtredingen niet toe te rekenen, en dat Hij ons het woord der verzoening heeft toevertrouwd.
5 .Wat is Christus voor ons gemaakt en met welk doel?
2 Korinthe 5: 21 Hem, die geen zonde gekend heeft, heeft Hij voor ons tot zonde gemaakt, opdat wij zouden worden gerechtigheid Gods in Hem.
6 .Hoe zeer zijn wij van Christus voor onze zaligheid afhankelijk?
Johannes 15: 5 Ik ben de wijnstok, gij zijt de ranken. Wie in Mij blijft, gelijk Ik in hem, die draagt veel vrucht, want zonder Mij kunt gij niets doen.
7 .Welke drie punten worden in Christus aangetroffendie Hem tot de Heiland maken?
1 . Goddelijkheid
Hebreeën 1: 7, 8
7 En van de engelen zegt Hij: Die zijn engelen maakt tot winden en zijn dienaars tot een vuurvlam;
8 maar van de Zoon: Uw troon, o God, is in alle eeuwigheid en de scepter der rechtmatigheid is de scepter van zijn koningschap .
2 . Menselijkheid
Galaten 4:4 Maar toen de volheid des tijds gekomen was, heeft God zijn Zoon uitgezonden, geboren uit een vrouw, geboren onder de wet,
3 . Zondeloosheid
1 Petrus 2: 22 die geen zonde gedaan heeft en in wiens mond geen bedrog is gevonden;
8 .Hoe toonde Christus uit de Schriften aan, dat de beloofde Zaligmaker der wereld zowel mens als God moest wezen?
Mattheus 22: 41-45
41 Toen de Farizeeën bijeen waren, vroeg Jezus hun,
42 zeggende: Wat dunkt u van de Christus? Wiens zoon is Hij? Zij zeiden tot Hem: Davids Zoon.
43 Hij zeide tot hen: Hoe kan David Hem dan door de Geest zijn Here noemen, als hij zegt:
44 De Here heeft gezegd tot mijn Here: Zet U aan mijn rechterhand, totdat Ik uw vijanden onder uw voeten gelegd heb.
45 Indien David Hem dus Here noemt, hoe kan Hij dan zijn zoon zijn?
9 .Welke twee feiten getuigen van de verbinding van Goddelijkheid en menselijkheid? Romeinen 1: 3, 4
3 (aangaande zijn Zoon, gesproten uit het geslacht van David naar het vlees,
4 naar de geest der heiligheid door zijn opstanding uit de doden verklaard Gods Zoon te zijn in kracht, Jezus Christus, onze Here,
10.Hoe volkomen was Christus overwinning over de dood?
Openbaring 1: 17, 18
17 Toen ik Hem zag, viel ik als dood voor zijn voeten; en Hij legde zijn rechterhand op mij en zeide: Wees niet bevreesd, Ik ben de eerste en de laatste,
18 en de levende, en Ik ben dood geweest, en zie, Ik ben levend tot in alle eeuwigheden, en Ik heb de sleutels van de dood en het dodenrijk.
11. Hoe volkomen is de zaligheid, die in Christus verkregen wordt?
Hebreeën 7: 25 Daarom kan Hij ook volkomen behouden, wie door Hem tot God gaan, daar Hij altijd leeft om voor hen te pleiten.
12. Wat behoort door ons gezegd te worden voor zulk een Heiland?
2 Korinthe 9: 15 Gode zij dank voor zijn onuitsprekelijke gave!