2. DE ZONDE, DE OORSPRONG EN GEVOLGEN ERVAN EN HET MIDDEL ERTEGEN


2.8 PROFETIEËN AANGAANDE CHRISTUS 

 

 1 .Wie zei Mozes, dat de Heer verwekken zou?

Deuteronomium 18: 15, 18

15 Een profeet uit uw midden, uit uw broederen, zoals ik ben, zal de HERE, uw God, u verwekken; naar hem zult gij luisteren .

18 een profeet zal Ik hun verwekken uit het midden van hun broederen, zoals gij zijt; Ik zal mijn woorden in zijn mond leggen, en hij zal alles tot hen zeggen, wat Ik hem gebied.

 

 2 .Welk gebruik, dat de apostel Petrus van deze profetie maakt, toont aan, dat Christus erdoor bedoeld werd?

Handelingen 3: 22-24

22 Mozes toch heeft gezegd: De Here God zal u een profeet doen opstaan uit uw broeders, gelijk mij: naar hem zult gij horen in alles wat hij tot u spreken zal;

23 en het zal geschieden, dat alle ziel, die naar deze profeet niet hoort, uit het volk zal worden uitgeroeid .

24 En al de profeten, van Samuel af en vervolgens, zovelen er hebben gesproken, hebben ook deze dagen aangekondigd .

 

 3 .In welke woorden heeft Jesaja de geboorte van Christus voorspeld?

Jesaja 7: 14  Daarom zal de Here zelf u een teken geven: Zie, de jonkvrouw zal zwanger worden en een zoon baren; en zij zal hem de naam Immanuël geven.

 

4 .Door welke gebeurtenis werd deze voorspelling vervuld?

Mattheus 1: 22, 23

22 Dit alles is geschied, opdat vervuld zou worden wat de Here door de profeet gesproken heeft, toen hij zeide:

23 Zie, de maagd zal zwanger worden en een zoon baren, en men zal Hem de naam Immanuël geven, hetgeen betekend: God met ons.

 

 5 .Waar moest de Messias geboren worden?

Micha 5: 2  En gij, Betlehem Efrata, al zijt gij klein onder de geslachten van Juda, uit u zal Mij voortkomen die een heerser zal zijn over Israël en wiens oorsprong is van ouds, van de dagen der eeuwigheid.

 

 6 .Wanneer werd Jezus geboren?

Mattheus 2:1  Toen nu Jezus geboren was te Betlehem in Judea, in de dagen van koning Herodes, zie, wijzen uit het Oosten kwamen te Jeruzalem,

 

 7 .Onder welk opvallend beeld profeteerde Bileam aangaande Hem?

Nummerie 24: 17  Ik zie hem, maar niet nu; ik schouw hem, maar niet van nabij; een ster gaat op uit Jacob, een scepter rijst op uit Israël, en verbrijzelt Moabs slapen, en verplettert alle zonen van Set.

 

 8 .In welk schriftuurplaats past Christus dat beeld op zichzelf toe?

Openbaring 22: 16  Ik, Jezus, heb mijn engel gezonden, om ulieden dit te betuigen voor de gemeenten. Ik ben de wortel en het geslacht van David, de blinkende morgenster.

2 Petrus 1: 19  En wij achten het profetische woord daarom des te vaster, en gij doet wel er acht op te geven als op een lamp, die schijnt in een duistere plaats, totdat de dag aanbreekt en de morgenster opgaat in uw harten.

 

9 . Welke voorspelling werd er vervuld door de kindermoord van Betlehem?

Mattheus 2: 16 – 18

16 Toen Herodes zag, dat hij door de wijzen misleid was, ontstak hij in hevige toorn en zond bevel om in Betlehem en het gehele gebied daarvan al de jongens van twee jaar oud en daar beneden om te brengen, in overeenstemming met de tijd, die hij bij de wijzen had uitgevorst .

17 Toen werd vervuld het woord, gesproken door de profeet Jeremia, toen hij zeide:

18 Een stem is te Rama gehoord, geween en veel geklaag: Rachel, wenend om haar kinderen, weigert zich te laten troosten, omdat zij niet meer zijn .

 

10. Hoe moest Christus eerste komst voorafgegaan worden?

Jesaja 40: 3  Hoor, iemand roept: Bereidt in de woestijn de weg des HEREN, effent in de wildernis een baan voor onze God.

 

11. Door wie werd dit vervuld?

Johannes 1: 19-23

19 En dit was het getuigenis van Johannes, toen de Joden uit Jeruzalem priesters en Levieten tot hem zonden om hem te vragen: Wie zijt gij ? 

20 En hij beleed en ontkende het niet; en hij beleed: Ik ben de Christus niet.

21 En zij vroegen hem: Wat dan? Zijt gij Elia? En hij zeide: Ik ben het niet. Zijt gij de profeet? En hij antwoordde: Neen.

22 Zij zeiden dan tot hem: Wie zijt gij ? Wij moeten toch antwoord geven aan hen, die ons gezonden hebben; wat zegt gij van uzelf?

23 Hij zeide: Ik ben de stem van een die roept in de woestijn: Maakt recht de weg des Heren, gelijk de profeet Jesaja gesproken heeft.

 

12. Hoe zou Christus door Zijn eigen volk ontvangen worden?

Jesaja 53: 3  Hij was veracht en van mensen verlaten,  een man van smarten en vertrouwd met ziekte , ja, als iemand, voor wie men het gezicht verbergt ; hij was veracht en wij hebben hem niet geacht.

 

13. Hoe is de vervulling van deze profetie aangegeven?

Johannes 1: 10, 11

10  Hij was in de wereld, en de wereld is door Hem geworden, en de wereld heeft Hem niet gekend. 

11  Hij kwam tot het zijne, en de zijnen hebben Hem niet aangenomen

 

14. Wat was voorzegd aangaande Christus prediking?

Jesaja 61:1  De Geest des Heren is op mij, omdat de HERE mij gezalfd heeft; Hij heeft mij gezonden om een blijde boodschap te brengen aan ootmoedigen, om te verbinden gebrokenen van hart, om voor gevangenen vrijlating uit te roepen en voor gebondenen opening der gevangenis;

 

15. Welke toepassing maakte Jezus van deze profetie?

Lukas 4: 16-21

16  En hij kwam te Nazareth, waar Hij opgevoed was, en Hij ging volgens zijn gewoonte op de sabbatdag naar de synagoge en stond op om voor te lezen. 

17  En Hem werd het boek van de profeet Jesaja ter hand gesteld en toen Hij het boek geopend had, vond Hij de plaats,  waar geschreven is: 

18  De Geest des Heren is op Mij, daarom , dat Hij Mij gezalfd heeft, om aan armen het evangelie te brengen; en Hij heeft Mij gezonden

19  om aan gevangenen loslating te verkondigen en aan blinden het gezicht, om verbrokenen heen te zenden in vrijheid, om te verkondigen het aangename jaar des Heren . 

20  Daarna sloot Hij het boek, gaf het aan de dienaar terug en ging zitten.  (-21a) En de ogen van allen in de synagoge waren op Hem gericht. 

21  (-21b) En Hij begon tot hen te zeggen: Heden is dit schriftwoord voor uw oren vervuld.  

 

16. Hoe zegt de profetie dat Christus zich gedragen zou, wanneer Hij verdrukt werd?

 Jesaja 53: 7  Hij werd mishandeld, maar hij liet zich verdrukken en deed zijn mond niet open; als een lam dat ter slachting geleid wordt, en als een schaap dat stom is voor zijn scheerders, zo deed hij zijn mond niet open.

 

17. Toen Zijn vijanden Hem voor Pilatus beschuldigden, hoe nam Hij die beschuldigingen op?

Mattheus 27: 13, 14

13  Toen zeide Pilatus tot Hem: Hoort Gij niet, hoeveel zij tegen U getuigen ? 

14  En Hij antwoordde hem op geen enkele vraag, zodat de stadhouder zich zeer verwonderde

 

18. Welke voorspelling spreekt van het verdelen van de klederen van Christus bij de kruisiging?

Psalm 22: 18  Zij verdelen mijn klederen onder elkaar en werpen het lot over mijn gewaad

 

19. Hoe is de vervulling hiervan te boek gesteld?

Mattheus 27: 35  Nadat zij Hem gekruisigd hadden,  verdeelden zij zijn klederen door het lot te werpen,

 

20. Wat was er voorspeld aangaande de behandeling, die Hem aan het kruis ten deel zou vallen?

Psalm 69: 21  Ja, zij gaven mij gif tot spijze, en lieten mij in mijn dorst azijn drinken

 

 21.Wat bood men Christus bij Zijn kruising aan?

 Mattheus 27: 34  en zij gaven Hem wijn, vermengd met gal, te drinken. Toen Hij die proefde, wilde Hij niet drinken

Johannes 19: 28-30

28  Hierna zeide Jezus, daar Hij wist , dat alles al volbracht was , opdat de Schrift vervuld zou worden : Mij dorst! 

29  Er stond een kruik vol zure wijn;  zij staken dan een spons, gedrenkt met zure wijn, op een hysopstengel en brachten die aan zijn mond. 

30  Toen Jezus dan de zure wijn genomen had , zeide Hij: Het is volbracht! En Hij boog het hoofd en gaf de geest .

 

22. Bij wie zei de profeet Jesaja dat Christus Zijn graf zou hebben?

Jesaja 53: 9  En men stelde zijn graf bij de goddeloze ; bij de rijke was hij in zijn dood, omdat hij geen onrecht gedaan heeft en geen bedrog in zijn mond is geweest.

 

23. Met wie werd Hij gekruisigd?

Mattheus 27: 38  Toen werden met Hem twee rovers gekruisigd, een aan zijn rechterzijde en een aan zijn linkerzijde.

 

24. Wie zorgde voor het lichaam van Christus, toe het van het kruis afgenomen was?

Mattheus 27: 57- 60

57  Toen het nu avond geworden was, kwam een rijk man van Arimatea, genaamd Jozef, die eveneens een discipel van Jezus geworden was. 

58  Deze ging naar Pilatus en vroeg hem om het lichaam van Jezus. Toen beval Pilatus het hem te geven. 

59  En Jozef nam het lichaam en wikkelde het in zuiver linnen, 

60  en hij legde het in zijn nieuw graf, dat hij in de rots had laten uithouwen, en na een grote steen voor de ingang van het graf te hebben gewenteld,  ging hij heen.

 

25. Welke ondervinding in het leven van een bekende profeet gaf de lengte van de tijd aan, die Christus in het graf zou blijven?

Mattheus 12: 39, 40

39  Maar Hij antwoordde hun en zeide : Een boos en overspelig geslacht verlangt een teken, maar het zal geen teken ontvangen dan het teken van Jona, de profeet. 

40  Want gelijk Jona drie dagen en drie nachten in de buik van het zeemonster was, zo zal de Zoon des mensen in het hart der aarde zijn,  drie dagen en drie nachten

 

26. Door welke profetie was Christus’ overwinning over de dood voorspeld?

Psalm 16: 10 want Gij geeft mijn ziel niet prijs aan het dodenrijk, noch laat Gij uw gunstgenoot de groeve zien.

Handelingen 2: 24-27

24  God echter heeft Hem opgewekt, want Hij verbrak de weeën van de dood, naardien het niet mogelijk was, dat Hij door hem werd vastgehouden

25  Want David zegt van Hem: Ik zag de Here te allen tijde voor mij ; want Hij is aan mijn rechterhand , opdat ik niet wankelen zou. 

26  Daarom is mijn hart verheugd en mijn tong verblijd, ja, ook mijn vlees zal nog een schuilplaats vinden in hope, 

27  omdat Gij mijn ziel niet aan het dodenrijk zult overlaten, noch uw heilige ontbinding doen zien.