4. LEVEN, GELIJKENISSEN EN WONDEREN VAN JEZUS


4.1 GEBOORTE, KINDERJAREN EN JONGELINGSJAREN VAN CHRISTUS  

 

1 . In welke belofte werd er voor de eerste maal melding gemaakt van een Verlosser van zonde?

Genisis 3: 14, 15

14 Daarop zei de HERE God tot de slang: Omdat u dit gedaan hebt, zijd u vervloekt onder al het vee en onder al het gedierte des veld; op uw buik zult u gaan en stof zult u eten, zolang u leeft.

15 En Ik zal vijandschap zetten tussen u en de vrouw, en tussen uw zaad en haar zaad; dit zal u de kop vermorzelen en u zult het de hiel vermorzelen.

 

2 . Door wie werd er aan Abraham herstel beloofd van het verloren koninkrijk?

Genesis 13:14- 15

14 En de HERE zei tot Abram, nadat Lot zich van hem gescheiden had: Sla toch uw ogen op, en zie van de plaats, waar u zijd, naar het noorden, zuiden, oosten en westen,

15 want het gehele land, dat u ziet, zal Ik u en uw nageslacht voor altijd geven.

 

3 . Wie was dit beloofde zaad?

Galaten 3: 16 Nu werden aan Abraham de beloften gedaan en aan zijn zaad. Hij zegt niet: en aan zijn zaden, in het meervoud, maar in het enkelvoud: en aan uw zaad, dat wil zeggen: aan Christus .

 

4 . Waar moest de Christus geboren worden?

Matheus 2: 4-6

4 En hij liet al de overpriesters en schriftgeleerden van het volk vergaderen en trachtte van hen te vernemen, waar de Christus geboren zou worden.

5 Zij zeiden tot hem: Te Betlehem in Judea, want aldus staat geschreven door de profeet:

6 En u, Betlehem, land van Juda, zijd niet de minste onder de leiders van Juda, want uit u zult een leidsman voortkomen, die mijn volk Israël weiden zal.

Micha 5: 2  En u, Betlehem Efrata, al zijd u klein onder de geslachten van Juda, uit u zult Mij voortkomen die een heerser zal zijn over Israël en wiens oorsprong is van Gouds, van de dagen der eeuwigheid.

 

5 . Uit wie moest Christus geboren worden?

Jesaja 7: 14  Daarom zal de Heer zelf u een teken geven: Zie, de jonkvrouw zal zwanger worden en een zoon baren; en zij zal hem de naam Immanuël geven

 

6 . Wat zei de engel aan Jozef over de naam van het kind, vóór het nog geboren was?

Matheus 1: 21  Zij zal een zoon baren en gij zult Hem de naam Jezus geven. Want Hij is het die zijn volk zal redden van hun zonden.

 

7 . Welke boodschap brachten de engelen bij Zijn geboorte aan de herders in het veld?

Lukas 2: 10, 11

10 En de engel zee tot hen: Wees niet bevreesd, want zie, ik verkondig u grote blijdschap, die heel het volk zal ten deel vallen:

11  U is heden de Heiland geboren , namelijk Christus, de Heer, in de stad van David. 

 

8 . Welke lofzang werd door de engelen gezongen?

Lukas 2: 13, 14

13 En plotseling was er bij de engel een grote hemelse legermacht, die God loofde, zeggende:

14 Ere zij God in den hoge, en vrede op aarde bij mensen een welbehagen .

 

9 . Welke profetie van Jesaja werd bij de geboorte van Jezus vervuld?

Jesaja 9: 6 Want een Kind is ons geboren, een Zoon is ons gegeven, en de heerschappij rust op zijn schouder en men noemt hem Wonderbare Raadsman, Sterke God, Eeuwige Vader, Vredevorst.

 

 10. Wat had de profeet gezegd dat Zijn naam zou zijn?

Jesaja 9: 6-7

6 Want een Kind is ons geboren, een Zoon is ons gegeven, en de heerschappij rust op zijn schouder en men noemt hem Wonderbare Raadsman, Sterke God, Eeuwige Vader, Vredevorst.

7 Groot zal de heerschappij zijn en eindeloos de vrede op de troon van David en over zijn koninkrijk, doordat hij het sticht en grondvest met recht en gerechtigheid, van nu aan tot in eeuwigheid. De ijver van de HERE der heerscharen zal dit doen.

 

11. Wat zei de vrome Simeon, toe hij het kind zag?

Lukas 2: 27 – 32

 27 En hij kwam door de Geest in de tempel. Toen de ouders het kind Jezus binnenbrachten om met Hem te doen (-28a) in overeenstemming met de gewoonte der wet,

28 (-28b) nam ook hij het in zijn armen en hij loofde God en zei:

29 Nu laat Gij, Heer, uw dienstknecht gaan in vrede, naar uw woord,

30 want mijn ogen hebben uw heil gezien,

31 dat Gij bereid hebt voor het gezicht van alle volken:

32 licht tot openbaring voor de heidenen en heerlijkheid voor uw volk Israël.

 

12. Hoe drukte de oude profetes Anna zich uit, toen zij Jezus zag?

Lukas 2: 38  En zij kwam op datzelfde ogenblik daarbij staan, en zij loofde mede God en sprak over Hem tot allen, die voor Jeruzalem verlossing verwachtten.

 

13. Wat deden de wijzen uit het oosten, toen zij Jezus gevonden hadden?

 Matheus 2: 11  En zij gingen het huis binnen en zagen het kind met Maria, zijn moeder, en zij vielen neder en bewezen hem hulde. En zij ontsloten hun kostbaarheden en boden hem geschenken aan: goud en wierook en mirre.

 

14. Hoe kwam Jezus een tijd in Egypte te wonen?

Matheus 2: 13  Toen zij weggetrokken waren, zie, een engel des Heren verschijnt Jozef in de droom en zegt: Sta op, neem het kind en zijn moeder en vlucht naar Egypte, en blijf daar totdat Ik het u zeg; want Herodes zal alles in het werk stellen om het kind om te brengen.

 

15. Hoe beschrijft de Openbaring deze helse begeerte om de Christus te vermoorden? Openbaring 12: 4

4 En zijn staart sleepte een derde van de sterren des hemels mede en wierp die op de aarde. En de draak stond voor de vrouw, die baren zou, om, zodra zij haar kind gebaard had, dit te verslinden.

 

16. Op welke wijze zocht Herodes Christus te vermoorden?

Matheus 2: 16  Toen Herodes zag, dat hij door de wijzen misleid was, ontstak hij in hevige woede boosheid en zond bevel om in Betlehem en het gehele gebied daarvan al de jongens van twee jaar oud en daar beneden om te brengen, in overeenstemming met de tijd, die hij bij de wijzen had uitgevorst .

 

17. Waar woonde Jozef met zijn gezin na de dood van Herodes?

Matheus 2: 23  en, daar gekomen, vestigde hij zich in een stad, genaamd Nazareth, opdat in vervulling zou gaan wat door de profeten gesproken is, dat Hij Nazireeër zou heten.

 

18. Wat staat er geschreven over de jeugd en jongelingsjaren van Christus?

 Lukas 2: 40 – 51 

40 Het kind groeide op en werd krachtig, en het werd vervuld met wijsheid, en de genade Gods was op Hem

41 En zijn ouders reisden elk jaar naar Jeruzalem, op het paasfeest.

42 Toen Hij twaalf jaar was geworden en zij, zoals dit bij het feest gebruikelijk was, optrokken,

43 en de feestdagen voleindigd hadden, bleef het kind Jezus bij hun terugreis te Jeruzalem achter, en zijn ouders bemerkten het niet

44 Daar zij vermoedden, dat Hij bij het reisgezelschap was, gingen zij een dagreis ver en zochten Hem onder de verwanten en bekenden.

45 Toen zij Hem niet vonden, keerden zij terug naar Jeruzalem, Hem zoekende .

46 En het geschiedde na drie dagen, dat zij Hem vonden in de tempel, waar Hij zat te midden der leraren, terwijl Hij naar hen hoorde en hun vragen stelde.

47 Allen nu, die Hem hoorden, waren verbaasd over zijn verstand en zijn antwoorden.

48 Toen zij Hem zagen, stonden zij versteld en zijn moeder zijde tot Hem: Kind, waarom hebt Gij ons dit aangedaan? Zie, uw vader en ik zoeken U met smart

49  En Hij zei tot hen: Waarom hebt gij naar Mij gezocht? Wist gij niet, dat Ik bezig moet zijn met de dingen mijns Vaders? 

50 En zij begrepen het woord niet, dat Hij tot hen sprak.

51 En Hij ging met hen terug en kwam te Nazareth en was hun onderdanig. En zijn moeder bewaarde al deze woorden in haar hart .

 

19. Terugkomende van een feest te Jeruzalem, hoe gebeurde het dat Jozef en Maria Jezus, die toen twaalf jaren oud was, kwijt raakten?

Lukas 2: 44, 45

44 Daar  gingen zij een dagreis ver en zochten Hem onder de verwanten en bekenden.

45 Toen zij Hem niet vonden, keerden zij terug naar Jeruzalem, Hem zoekende

 

20. Waarmede was Jezus bezig toen Hij gevonden werd?

Lukas 2: 46  En het geschiedde na drie dagen, dat zij Hem vonden in de tempel, waar Hij zat te midden der leraren, terwijl Hij naar hen hoorde en hun vragen stelde.

 

21. Hoe troffen zijn vragen en antwoorden de mensen, die Hem hoorden?

Lukas 2:47 Allen nu, die Hem hoorden, waren verbaasd over zijn verstand en zijn antwoorden.

 

22. Met welke woorden besluit de Schrift het verhaal van Christus jongeling’s jaren?

Lukas 2: 52  En Jezus nam toe in wijsheid en grootte en genade bij God en mensen.