4. LEVEN, GELIJKENISSEN EN WONDEREN VAN JEZUS
4.9 ONS VOORBEELD
1 . Wiens voetstappen moeten wij volgen?
1 Petrus 2: 21 Want hiertoe zijt gij geroepen, daar ook Christus voor u geleden heeft en u een voorbeeld heeft nagelaten, opdat gij in zijn voetstappen zou treden;
2 . Hoe moet de Christen wandelen?
1 Johannes 2: 6 Wie zegt, dat hij in Hem blijft, behoort ook zelf zo te wandelen, als Hij gewandeld heeft.
Kolossensen 2: 6 Nu gij Christus Jezus, de Heer aanvaard hebt, wandelt in Hem,
3 . Welke geest moet in ons zijn?
Filippenzen 2: 5 Laat die gezindheid bij u zijn, welke ook in Christus Jezus was,
4 . Welk voorbeeld stelde Jezus als kind in zake het gehoorzamen aan Zijn ouders?
Lukas 2: 51 En Hij ging met hen terug en kwam te Nazareth en was hun onderdanig. En zijn moeder bewaarde al deze woorden in haar hart .
5 . Hoe worden Zijn kindsheid en jongelingsjaren beschreven?
Lukas 2: 52 En Jezus nam toe in wijsheid en grootte en genade bij God en mensen.
6 . Welk voorbeeld stelde Hij over de doop?
Matheus 3: 13-15
13 Toen kwam Jezus uit Galilea naar de Jordaan tot Johannes om Zich door hem te laten dopen.
14 Maar deze trachtte Hem daarvan terug te houden en zei: Ik heb nodig door U gedoopt te worden en komt Gij tot mij?
15 Jezus echter antwoordde en zei tot hem: Laat Mij thans geworden, want aldus betaamd het ons alle gerechtigheid te vervullen. Toen liet hij Hem geworden.
7 . Hoe leerde Christus het gebedsleven?
Lukas 6: 12 En het geschiedde in die dagen, dat Hij naar het gebergte ging om te bidden, en Hij bracht de nacht door in het gebed tot God.
Lukas 9: 28 En het geschiedde ongeveer acht dagen na deze woorden, dat Hij Petrus en Johannes en Jakobus meenam en de berg opging om te bidden .
8 . Aan welke soort van arbeid wijdde Jezus Zijn leven?
Handelingen 10: 38 van Jezus van Nazareth, hoe God Hem met de Heilige Geest en met kracht heeft gezalfd. Hij is rondgegaan, weldoende en genezende allen, die door de duivel overweldigd waren; want God was met Hem.
9 . Voor wie en waarom verliet Christus de hemelse heerlijkheid?
2 Korintiërs 8: 9 Gij kent immers de genade van onze Heer Jezus Christus, dat Hij om uwentwil arm is geworden, terwijl Hij rijk was, opdat gij door zijn armoede rijk zou worden.
10. Wat deed Hij, als Hij gescholden en slecht behandeld werd?
1 Petrus 2: 23 die, als Hij gescholden werd, niet terugschold en als Hij leed, niet dreigde, maar het overgaf aan Hem, die rechtvaardig oordeelt;
11. Hoe bad Hij voor hen, die Hem kruisigden?
Lukas 23: 34 En Jezus zei: Vader, vergeef het hun, want zij weten niet wat zij doen.
Handelingen 3: 17 En nu, broeders, ik weet, dat gij uit onkunde hebt gehandeld, gelijk ook uw oversten;
12. Wat is het getuigenis van de Schrift aangaande Hem?
Hebreeën 1: 9 Gerechtigheid hebt Gij liefgehad en ongerechtigheid hebt Gij gehaat; daarom heeft U, o God, uw God met vreugdeolie gezalfd boven uw deelgenoten.