6. HET VASTE WOORD DER PROFETIE


6.3 HET EVANGELIE VAN HET KONINKRIJK

 

1 . Welk evangelie predikte Jezus?

Matheus 4: 13  Maar wie volhardt tot het einde, die zal behouden worden.

Het evangelie dat leidt tot behoudenis

 

 2 . In welke ruime kring moest het gepredikt worden?

Matheus 24: 14  En dit evangelie van het Koninkrijk zal in de gehele wereld gepredikt worden tot een getuigenis voor alle volken, en dan zal het einde gekomen zijn.

 

3 . Wat toont aan, dat het altijd Gods doel geweest is, dat de gehele wereld het evangelie zou horen?

Genesis 12: 1-3

1  De HERE nu zeide tot Abram: Ga uit uw land en uit uw maagschap en uit uws vaders huis naar het land, dat Ik u wijzen zal;

2  Ik zal u tot een groot volk maken, en u zegenen, en uw naam groot maken, en gij zult tot een zegen zijn.

3  Ik zal zegenen wie u zegenen, en wie u vervloekt zal Ik vervloeken, en met u zullen alle geslachten des aardbodems gezegend worden.

 Galaten 3: 8 En de Schrift, te voren ziende, dat God de heidenen uit het geloof zou rechtvaardigen, heeft te voren aan Abraham het Evangelie verkondigd, zeggende: In u zullen al de volken gezegend worden.

 

4 . Hoe waarschuwde God Israël tegen vormelijkheid?

Jesaja 29: 13-14

13  En de Here zeide: Omdat dit volk Mij slechts met woorden nadert en met zijn lippen eert, terwijl het zijn hart verre van Mij houdt, en hun ontzag voor Mij een aangeleerd gebod van mensen is,

14  daarom, zie, Ik ga voort wonderlijk met dit volk te handelen, wonderlijk en wonderbaar: de wijsheid van zijn wijzen zal tenietgaan en het verstand van zijn verstandigen zal schuilgaan.

 

5. Wat bewijst, dat zij de dienst van het hart vervangen hadden door de vormelijke tempeldienst?

Jeremia 7: 3-4

3  zo zegt de HERE der heerscharen, de God van Israel: Betert uw handel en wandel, dan wil Ik u op deze plaats laten wonen.

4  Stelt uw vertrouwen niet op bedrieglijke woorden: Des HEREN tempel, des HEREN tempel, des HEREN tempel is dit!

 

 6 . Welk nationaal ongeluk haalden zij zich op de hals door hun afval van God?

Kronieken 9: 1  Geheel Israel was in registers opgenomen; zij waren opgeschreven in het boek der koningen van Israel. De Judeeers werden naar Babel weggevoerd om hun ontrouw.

 

7 . Toen Daniël Nebukadnezar’s droom uitlegde, welk koninkrijk zou volgens het beeld op de vier wereldrijken volgen?

Daniël 2: 44  Doch ten tijde van die koninkrijken zal de God des hemels een koninkrijk oprichten, dat nimmermeer verstoord zal worden, en zijn koninkrijk zal op geen ander volk komen;,

 

8 . Wat zou dat koninkrijk met de andere rijken doen?

Daniël 2: 44  het zal al deze koninkrijken vergruizen en vernielen

 

9 . Hoe lang zal dat koninkrijk blijven bestaan?

Daniël 2: 44  maar zelf zal het eeuwig blijven.

 

10. Welke woorden van Christus gewagen van de uiteindelijke zegepraal van het Evangelie?

Matheus 16: 18  En Ik zeg u, dat gij Petrus zijt, en op deze petra zal Ik mijn gemeente bouwen en de poorten van het dodenrijk zullen haar niet overweldigen.

 

11. Welke beloften, aan David gedaan, zullen aldus vervuld worden?

 2 Samuel 7: 16  Doch uw huis zal bestendig zijn, en uw koninkrijk tot in eeuwigheid, voor uw aangezicht; uw stoel zal vast zijn tot in eeuwigheid.

 

12. Door wie moeten deze beloften vervuld worden?

Lukas 1: 32-33

32  Deze zal groot zijn en Zoon des Allerhoogsten genoemd worden, en de Here God zal Hem de troon van zijn vader David geven,

33  en Hij zal als koning over het huis van Jakob heersen tot in eeuwigheid, en zijn koningschap zal geen einde nemen.

 

13. Wiens zoon moest Gods Zoon worden, om die beloften te vervullen?

Matheus 22: 41-42 

41 ¶  Toen de Farizeeen bijeen waren, vroeg Jezus hun,

42  zeggende: Wat dunkt u van de Christus? Wiens zoon is Hij? Zij zeiden tot Hem: Davids Zoon.

 

14. Hoe wordt de vereniging van Goddelijkheid met menselijkheid genoemd?

1 Timotheus 3: 16

 

15. Hoe noemde Jezus diezelfde verborgenheid?

Markus 4: 11  En Hij zeide tot hen: U is het gegeven de verborgenheid van het rijk Gods  te weten; maar degenen, die daarbuiten zijn, geschiedt dit alles door  gelijkenissen;

 

16. Door welke belijdenis ontkenden de wijzen van Babylon deze leerstelling van het christendom?

Daniël 2: 11  Wat de koning vraagt, is te zwaar, en er is niemand anders, die het de koning zal kunnen te kennen geven dan de goden, die echter niet bij de stervelingen wonen.

 

17. Waarover baden Daniël en zijn vrienden?

Daniël 2: 17-18

17  Daarop ging Daniel naar zijn huis en maakte zijn metgezellen Chananja, Misael en Azarja de zaak bekend,

18  en zeide dat zij barmhartigheid moesten afsmeken van de God des hemels betreffende deze verborgenheid, opdat men Daniel en zijn metgezellen niet zou ter dood brengen met de overige wijzen van Babel.

 

18. Wat zou er gebeurd zijn, indien het hun niet gelukt was om dat geheim te ontdekken?

Daniël 2: 18  en zeide dat zij barmhartigheid moesten afsmeken van de God des hemels betreffende deze verborgenheid, opdat men Daniel en zijn metgezellen niet zou ter dood brengen met de overige wijzen van Babel.

 

19. Hoe werd het geheim van de droom van de koning ontdekt en op die wijze de verborgenheid van het koninkrijk van God in Babylon bekend gemaakt?

Daniël 2: 19  Toen werd de verborgenheid aan Daniel in een nachtgezicht geopenbaard. Daarop loofde Daniel de God des hemels;

 

20. Hoe erkende Nebukadnezar God als de bron van openbaring?

Daniël 2: 47 De koning gaf Daniel ten antwoord: In waarheid, uw God is de God der goden en de Heer der koningen, en Hij openbaart verborgenheden: daarom hebt gij deze verborgenheid kunnen openbaren.

 

21. Wanneer het evangelie van het koninkrijk ten volle gepredikt zal zijn en Christus als Koning verschijnt, welke uitnodiging ontvangen zij die de verborgenheden van het koninkrijk van God hebben leren verstaan?

Matheus 25: 31-34

31  Wanneer dan de Zoon des mensen komt in zijn heerlijkheid en al de engelen met Hem, dan zal Hij plaats nemen op de troon zijner heerlijkheid.

32  En al de volken zullen voor Hem verzameld worden, en Hij zal ze van elkander scheiden, zoals de herder de schapen scheidt van de bokken,

33  en Hij zal de schapen zetten aan zijn rechterhand en de bokken aan zijn linkerhand.

34  Dan zal de Koning tot hen, die aan zijn rechterhand zijn, zeggen: Komt, gij gezegenden mijns Vaders, beerft het Koninkrijk, dat u bereid is van de grondlegging der wereld af.