6. HET VASTE WOORD DER PROFETIE


6.7 EEN GROOT PROFETISCH TIJDPERK

 

1 . Wat bemerkte Daniël, onmiddellijk na het gezicht van Daniël 8, door het bestuderen van de profetieën van Jeremia?

Daniël 9: 1-2

1 In het eerste jaar van Darius, de zoon van Ahasveros, uit het geslacht der Meden, die koning geworden was over het koninkrijk der Chaldeeën;

2 in het eerste jaar van zijn koningschap lette ik, Daniël, in de boeken op het getal van de jaren, waarover het woord des HEREN tot de profeet Jeremia gekomen was, dat Hij over de puinhopen van Jeruzalem zeventig jaar zou doen verlopen.

Daniël en zijn metgezellen werden in 606 v. Chr. naar Babylon weggevoerd.De zeventig jaren van Jeremia’s profetie zouden dus in het jaar 536 v.Chr. tot een eind zijn gekomen. Het eerste jaar van Darius was 538 v.Chr. en het tijdperk van de wederoprichting was dus slechts twee jaren van die datum af.

 

2 . Waar leidde deze openbaring, Daniël toe?

Daniël 9: 3  En ik richtte mijn aangezicht tot de Here God om te bidden en te smeken, in vasten en in zak en as.

 

 3 . Welke dringende bede van de profeet verbind dit gebed met het gezicht van het wegnemen van de gedurige bemiddeling en de verwoesting van het Heiligdom, waar in Daniël 8 van gesproken wordt?

Daniël 9: 17  Nu dan, hoor, o onze God, naar het gebed van uw knecht en naar zijn smeking en doe uw aangezicht lichten over uw verwoest heiligdom, om des Heren wil.

 

4 . Welke verzekering gaf Gabriël aan Daniël, toen deze zijn gebed besloot?

Daniël 9: 22  En hij begon mij te onderrichten en sprak met mij en zeide: Daniël, nu ben ik uitgegaan om u een klaar inzicht te geven.

 

5 . Welke vroeger ontvangen last in verband met het gezicht van Daniël 8, werd op die wijze vollediger uitgevoerd?

Daniël 8: 16  Here, mogen naar al uw gerechtigheid uw toorn en uw grimmigheid zich toch afwenden van uw stad Jeruzalem, uw heilige berg; want om onze zonden en om de ongerechtigheden onzer vaderen zijn Jeruzalem en uw volk tot een smaad geworden voor allen om ons heen.

 

6 . Waarom was verder onderricht over dit gezicht nodig?

Daniël 8: 27  En ik, Daniël, was uitgeput en was enige dagen ziek; daarna stond ik op en verrichtte de dienst bij de koning. En ik was verbijsterd over het gezicht, maar niemand merkte het.

 

 7 . Waarbij bepaalde Gabriël nu Daniël’s aandacht?

Daniël 9: 23  Bij het begin van uw smeekbede is er een woord uitgegaan, en ik ben gekomen om het u mede te delen, want gij zijt zeer bemind. Let dus op het woord en sla acht op het gezicht.

 

 8 . Welk deel van de 2300 dagen (jaren), in het gezicht genoemd, waren voor de Joden bestemd?

Daniël 9: 24  Zeventig weken zijn bepaald over uw volk en uw heilige stad, om de overtreding te voleindigen, de zonde af te sluiten, de ongerechtigheid te verzoenen, en om eeuwige gerechtigheid te brengen, gezicht en profeet te bezegelen en iets allerheiligst te zalven.

De zeventig weken of 490 profetische dagen of 490 letterlijke jaren zijn een deel van de 2300 profetische dagen of 2300 letterlijke jaren.

Ze begonnen op dezelfde tijd, d.i in 457 v.Chr. toen het bevel werd gegeven voor de wederopbouwing van Jeruzalem. (Daniël 9: 25)

 

 9 . Wat zou er aan het eind van de zeventig weken volbracht worden?

Daniël 9: 24  Zeventig weken zijn bepaald over uw volk en uw heilige stad, om de overtreding te voleindigen, de zonde af te sluiten, de ongerechtigheid te verzoenen, en om eeuwige gerechtigheid te brengen, gezicht en profeet te bezegelen en iets allerheiligst  te zalven.

 

10. Welk deel van dit tijdperk zou reiken tot op Christus, de Messias, of de Gezalfde?

Daniël 9: 25  Weet dan en versta: vanaf het ogenblik, dat het woord uitging om Jeruzalem te herstellen en te herbouwen tot op een gezalfde, een vorst, zijn zeven weken; en tweeënzestig weken lang zal het hersteld en herbouwd blijven, met plein en gracht, maar in de druk der tijden. 

Het bevel om Jeruzalem te herbouwen begon in 457 v. Chr.

70 weken of 49 jaren reiken tot 408 v. Chr. Dat is de tijd van herstel van Jeruzalem.

 

11. Wat zou er aan het eind van die tijd met de Messias gedaan worden?

Daniël 9: 26  En na de tweeënzestig weken zal een gezalfde worden uitgeroeid, terwijl er niets tegen hem is; en het volk van een vorst die komen zal, zal de stad en het heiligdom te gronde richten, maar zijn einde zal zijn in de overstroming; en tot het einde toe zal er strijd zijn: verwoestingen, waartoe vast besloten is.

De 62 weken of 434 jaren reiken tot 27 n. Chr. Het jaar waarop Christus bij zijn doop werd gezalfd. (zie Daniël 9: 24).

We komen nu dus op 69 weken.

 

 12. Hoe werd de verwoesting van Jeruzalem en van het Heiligdom door de Romeinen, voorzegd?

Daniël 9: 26  En na de tweeënzestig weken zal een gezalfde worden uitgeroeid, terwijl er niets tegen hem is; en het volk van een vorst die komen zal, zal de stad en het heiligdom te gronde richten, maar zijn einde zal zijn in de overstroming; en tot het einde toe zal er strijd zijn: verwoestingen, waartoe vast besloten is.

 

 13. Wat moest de Messias gedurende de zeventigste week doen?

Daniël 9: 27  En hij zal het verbond voor velen zwaar maken, een week lang; in de helft van de week zal hij slachtoffer en spijsoffer doen ophouden; en op een vleugel van gruwelen zal een verwoester komen, en wel tot aan de voleinding toe, en waartoe vast besloten is, dat zal zich uitstorten over wat woest is

 De zeventigste week duurt dus van 27. n.Chr tot 34 n. Chr. In het midden van de zeventigste week werd Christus gekruisigd of afgesneden. Dat was het tijdstip dat slachtoffers en spijsoffers van het aardse heiligdom moesten ophouden.

De overige 3½ jaren van deze week reiken tot 34 n.Chr of het stenigen van Stefanus en de grote vervolging van de kerk te Jeruzalem, die daarop volgde.

Dit gaf het einde aan van de zeventig weken of 490 jaren die aan Daniël’s volk toegekend waren. Dat waren zware tijden voor Daniël’s volk en land.

 

14. Wat zou Hij in het midden van deze week wegnemen?

Daniël 9: 27 En hij zal het verbond voor velen zwaar maken, een week lang; in de helft van de week zal hij slachtoffer en spijsoffer doen ophouden; en op een vleugel van gruwelen zal een verwoester komen, en wel tot aan de voleinding toe, en waartoe vast besloten is, dat zal zich uitstorten over wat woest is

 

15. Hoe worden de oordelen, welke over Jeruzalem komen zouden, nogmaals voorzegd?

Daniël 9: 27  En hij zal het verbond voor velen zwaar maken, een week lang; in de helft van de week zal hij slachtoffer en spijsoffer doen ophouden; en op een vleugel van gruwelen zal een verwoester komen, en wel tot aan de voleinding toe, en waartoe vast besloten is, dat zal zich uitstorten over wat woest is

 

16. Welke vraag werd in het gezicht van Daniël 8 gedaan?

Daniël 8: 13  Toen hoorde ik een heilige spreken, en een andere heilige zeide tot degene die gesproken had: Hoelang zal dit gezicht gelden; het dagelijkse offer en de ontzettende overtreding, het prijsgeven van het heiligdom en het vertrappen van het heer?

 

17. Welke profetisch tijdperk strekt zich daardoor uit tot de gevangenschap van Gods volk in het moderne Babylon en hun weer ontvangen van de bemiddeling van Christus?

Daniël 8: 14  En hij zeide tot mij: Tweeduizend driehonderd avonden en morgens; dan zal het heiligdom in rechten hersteld worden.

 

18. Wat wordt er gezegd van degenen, die leven zullen om getuigen te zijn van de verlossing uit het moderne Babylon en het weer verkondigen van het evangelie?

Daniël 12: 12  welzalig hij die blijft verwachten en duizend driehonderd vijfendertig dagen bereikt.